Mexico brult als een leeuw. Het land is in opstand zoals het niet meer is geweest sinds de revolutionaire boerenoorlog van Pancho Villa en Emiliano Zapata bijna 100 jaar geleden. De kiesfraude op 2 juli ten nadele van de linkse presidentskandidaat Andres Manuel Lopez Obrador (AMLO) van de Partij van de Democratische Revolutie (PRD) zorgt voor een ongekende en diepe maatschappelijke opwelling. Het gaat hier niet om een eenvoudige grondwettelijke crisis.
Het hele establishment, de oligarchie, het Amerikaanse imperialisme en dat van de Europese Unie hebben feitelijke kant gekozen voor de rechtse kandidaat Felipe Calderon van de Partido de Allianza Nacional (PAN). De officiële instellingen hebben Calderon tot (nipte) winnaar verklaard. Eigenlijk willen ze die man door de strot van de bevolking rammen. Felipe Calderon als nieuwe president moet ervoor zorgen dat het rechtse beleid van zijn voorgangers Fox en anderen wordt voortgezet. Maar in tegenstelling tot andere kiesfraudes in het verleden – een kenmerk van de Mexicaanse ‘democratie’ – blijft het protest hiertegen aanzwellen.
Zocalo, het oog van de storm
Op de eerste centrale informatievergadering in de hoofdstad verzamelden zich 700.000 mensen op initiatief van AMLO. Twee miljoen betogers vulden het centrum van de stad veertien dagen later. Het recordaantal betogers werd gebroken op zondag 30 juli met een opkomst van drie miljoen actievoerders. De hoofdbetoging reikte tot twee kilometer ver van het Zocaloplein. Over heel het land betoogden in totaal 7 miljoen mensen. Eén eis brengt heel die massa bijeen: alle uitgebrachte stemmen moeten herteld worden, stembiljet per stembiljet, stembus per stembus!
Zondag 30 juli is anders dan de vorige betogingen. Die avond beslist een groot gedeelte van de actievoerders niet gewoon naar huis terug te keren. Het Zocaloplein wordt bezet. Tentenkampen worden opgetrokken waar mensen discussiëren en nieuwe acties plannen. Het reusachtige tentenkamp sluit ook het handels- en administratief centrum af. De bezette ruimte in de binnenstad is tegelijkertijd het knooppunt voor het vervoer van tienduizenden mensen uit verschillende ‘poblaciones’ of buitenwijken van de hoofdstad.
Massa-acties volgen elkaar op: snelwegen worden afgezet, het kaderpersoneel van grote buitenlandse ondernemingen in de hoofdstad wordt verhinderd te werken. Er wordt actie gevoerd voor de Beurs en voor de belangrijkste banken van de hoofdstad. De rechtse pers beweert dat dit voor miljoenen dollars verliezen zorgt. Massapiketten worden opgesteld voor belangrijke officiële gebouwen zoals deze van het Tribunal Federal Electoral (TFE), de instelling belast met het organiseren van de verkiezingen maar die in de praktijk de fraude heeft georchestreerd. Onze kameraden van El Militante spelen hierin een opvallende rol met de lancering van strijdcomités tegen de fraude.
Op 5 augustus beslist het TFE om een gedeelte van de stembussen te hertellen. Het gaat hier om een toegeving met het oog de protestbeweging te vermurwen en verdeeldheid te zaaien. Een belachelijke zet van het establishment. In totaal gaat het slechts om 9,07 procent van de uitgebrachte stemmen die worden herteld. Maar de mensen hebben het onmiddellijk door. Bij de hertelling van deze stemmen zouden er officieel weinig verschillen zijn met de eerste telling. Volgens AMLO heeft deze hertelling wel gewezen op ernstige onregelmatigheden. “Meer dan 50.000 stembiljetten zijn zoek en we hebben stembussen gevonden die 50.000 meer stembiljetten bevatten dan er ingeschreven kiezers waren. Vergeleken met wat hier is uitgehaald, lijkt Watergate kinderspel. Ze willen geen volledige hertelling uit vrees dat er massale onregelmatigheden vastgesteld zullen worden.” (Financial Times, 21 augustus 2006). Dat is het echte gelaat van de democratie onder het kapitalisme. Zoals Marx en Engels het stelden: “Zelfs de meest democratische burgerlijke republiek blijft een machine ter onderdrukking van de arbeidersklasse door de burgerij.”
Op de nieuwe massabijeenkomst in het centrum van de hoofdstad half augustus geeft AMLO een nieuwe draai aan het protest, ongetwijfeld onder druk van de massabeweging. Hij verbindt nu de strijd tegen de kiesfraude met een algemene strijd tegen privatiseringen, tegen armoede, tegen corruptie, toegang tot de media en voor een grote kuis binnen de instellingen. Op 1 september, tijdens de ‘State of the Union’-toespraak van de uittredende president Vicente Fox, zal er ook opnieuw betoogd worden. Nog belangrijker is dat hij oproept tot de vorming van een Nationale Democratische Conventie die op 16 september moet bijeenkomen op het Zocaloplein. Deze Conventie kan het begin zijn van de vorming van een revolutionaire algemene vergadering die in het hele land oproept tot de verkiezing van plaatselijke comités. Ze zou de ruggengraat vormen van een nieuwe democratische instelling die de bestaande corrupte burgerlijke instellingen vervangt en die overgaat tot het overnemen (nationaliseren) van de economie. Deze ontwikkeling is inherent aan de huidige situatie.
Oaxaca, een nieuwe Commune?
Het beste voorbeeld hiervan is de strijd in de deelstaat Oaxaca. Sinds tien jaar voeren de leerkrachten daar elk jaar actie voor loonsverhoging. Dit jaar is de strijd van de leerkrachten het verzamelpunt geworden van alle deelbewegingen van andere onderdrukte lagen en ook deze tegen de kiesfraude. Daar is men overgegaan tot de vorming van de Asamblea Popular del Pueblo de Oaxaca waarin 350 verschillende volksorganisaties zijn vertegenwoordigd. Deze Asamblea Popular, of permanente volksvergadering, eist het ontslag van de rechtse gouverneur.
In feite heeft de Asamblea Popular belangrijke politieke macht verworven. Oaxaca stevent mogelijk af naar een toestand zoals de Commune van Parijs in 1871, toen de arbeiders voor de eerste keer de macht namen. De strijd in Oaxaca is een voorbeeld geworden in heel het land. Daarom horen we slogans op betogingen of het Zocalo als ‘Eén, twee, drie Oaxaca’s!’ AMLO heeft het bij het rechte einde wanneer hij verklaart: “De meest belangrijke veranderingen in Mexico zijn er nooit gekomen door middel van conventionele politiek maar dankzij de straat”. (Financial Times, 21 augustus 2006)
Strijd tegen fraude is klassenstrijd
Voor de overgrote meerderheid van de deelnemers aan het protest tegen de fraude zit het verzet ook dieper dan een verontwaardiging tegen een ondemocratische manipulatie van de verkiezingen. De verkiezingscampagne vond reeds plaats tegen een achtergrond van verhoogde sociale strijd (mijnwerkers, leerkrachten, personeel sociale zekerheid, studenten). Het massaprotest wordt gedreven door de wil om een einde te maken aan de voortzetting van het rechtse beleid van de voormalige presidente Fox door Felipe Calderon. De kiesstrijd en nu in het bijzonder de strijd tegen de fraude is een klassenstrijd geworden. Dit is gebeurd los van de bedoelingen van de leiding van de PRD en van AMLO zelf. Al de acties tegen de fraude zijn gericht tegen de belangen van burgerij. De deelnemers zijn arbeiders, armen en kleine boeren. Het is het verlengstuk op het electorale vlak van de strijd die miljoenen mensen ofwel individueel ofwel collectief voeren tegen armoede en onderdrukking.
Het is een bikkelharde strijd waarmee men AMLO van het presidentschap wil houden. Waarom zijn ze zo vastberaden? Het Noord-Amerikaanse imperialisme wil niet dat de verlinksing en de radicalisatie in Latijns-Amerika zich verderzet in haar achtertuin. Daarom willen ze kost wat kost hun rechtse kandidaat Felipe Calderon opleggen om op die manier te verzekeren dat de volgende zes jaar een beleid gevoerd zal worden ten voordele van Washington en van de rijke klassen.
Is AMLO dan zo’n grote revolutionair? Eigenlijk niet. In het beste geval is hij een linkse reformist. Hij komt net zoals andere leiders van de PRD uit het nest van de PRI, de staatspartij van de dictatuur die 80 jaar lang de plak heeft gezwaaid in Mexico. AMLO is zeker geen voorstander van een breuk met het kapitalisme. Maar de conservatieven in Washington willen graag de hand leggen op de olie-industrie in Mexico. AMLO heeft zich in zijn verkiezingstoespraken uitgesproken tegen de privatisering van de oliemaatschappij. De VS en de Mexicaanse kapitalisten zien in AMLO een nieuwe Hugo Chavez. Of dat waar is, is een andere zaak. Maar het is niet zozeer de persoon AMLO die de kapitalisten doet huiveren. Ze hebben schrik van de arme massa’s van arbeiders en boeren die hem volgen. Wat ze vrezen is dat AMLO’s beloftes en toespraken een beweging op gang brengen die niet meer te controleren valt en die buiten de oevers van het kapitalisme zal treden. Dat is een bedreiging voor de oligarchie en voor de imperialistische belangen, die aanzienlijk zijn in dit land. Hun vrees is terecht en wordt al bevestigd door de gebeurtenissen van de laatste maanden. Mexico, dat achterop hinkte in de Latijns-Amerikaanse radicalisatie, is nu razendsnel de achterstand aan het inhalen.