Ecuador: opstand van arbeiders en boeren – de regering ontvlucht de hoofdstad

Dit artikel werd geschreven op 8 oktober. Intussen heeft de gevluchte regering, met bemiddeling van de VN en het Vaticaan, een deal gesloten met CONAIE, waarbij het gehate bezuinigingspakket geschrapt is in ruil voor het beëindigen van de protesten. Een grote overwinning voor de massa's! Echter, zolang Moreno aan de macht blijft, zijn nieuwe bezuinigingspakketten onvermijdelijk.

[Source]

De beweging in Ecuador tegen Lenín Moreno’s bezuinigingspakket – geïnspireerd door het IMF – die begon op 2 oktober, heeft het niveau van een opstand bereikt. De noodtoestand die op donderdag 3 oktober werd uitgeroepen en de inzet van politie en het leger (waarbij één dode viel, tientallen gewond raakten en honderden werden vastgezet) hebben de beweging van arbeiders, jongeren en boeren niet tegengehouden.

In sommige provincies werden er overheidsgebouwen bestormd en de machtige organisatie van inheemse volkeren CONAIE heeft haar eigen “noodtoestand” uitgeroepen. Op 7 oktober, geconfronteerd met de aankomst van de inheemse colonnes in de hoofdstad Quito, werd Lenín Moreno gedwongen het presidentiële paleis te evacueren en de zetel van de regering te verplaatsen naar Guayaquil. Werkers en boeren bereiden zich voor op een algemene staking op 9 oktober. De regering hangt aan een zijden draadje.

Wat begon als een protest tegen het IMF-pakket van de regering, heeft zich ontwikkeld tot een landelijke opstand. De aankondiging door de regering van een akkoord met de werkers in de transportsector was een holle verklaring. De afgelopen dagen hebben we gezien hoe de staat gedeeltelijk de controle over de situatie verloor. De wrede repressie door de politie en, sinds het uitroepen van de noodtoestand, ook door het leger, hebben, verre van de protesten te beëindigen, olie op het vuur van de rebellie gegooid.

De regering in het defensief gedrongen

Elke werkelijk revolutionaire beweging heeft de neiging om het staatsapparaat te splijten langs klassenlijnen en in Ecuador beginnen we hier de afgelopen dagen voorbeelden van te zien. Het uitroepen van de “noodtoestand” door CONAIE is een directe uitdaging van de staatsmacht en diens geweldsmonopolie. CONAIE heeft aangekondigd dat politie noch leger welkom was in hun gemeenschappen en dat ze, als ze toch binnen zouden treden, gearresteerd zouden worden. En dit is in tenminste drie gevallen zo gebeurd.

In Otavalo, in de provincie Imababura, ten noorden van Quito, arresteerde de gemeenschap op vrijdag 4 oktober 10 politiemannen van de Interventie- en Reddingsgroep, die niet werden vrijgelaten tot de volgende dag, na onderhandelingen. In het kanton Nizag, Alausí, in de provincie Chimborazo, ten oosten van Guayaquil, nam de gemeenschap 47 soldaten van de Galapagos-pantserbrigade en 10 politieagenten gevangen, omdat ze traangasgranaten naar de bevolking hadden afgevuurd. Ze werden uiteindelijk vrijgelaten en gered per helikopter op maandag de 7e. In Latacunga, in de provincie Cotopaxi, ten zuiden van Quito, hield de Unie van Inheemse- en Boerengemeenschappen van Cotopaxi ook een groep politieagenten en militaire officieren vast op zondag de 6e, toen deze probeerden om jonge demonstranten te arresteren.

In andere plaatsen hebben politie en leger, toen ze niet in staat waren de wegblokkades te ontmantelen, zich teruggetrokken. Er zijn beelden van politiemensen die gestuurd werden om de beweging te bedwingen, maar uiteindelijk de colonnes van inheemsen en boeren escorteerden in hun mars om samen te komen in de hoofdstad Quito. Sommige gewone soldaten zullen sympathiseren met de protesten van hun broeders, echtgenotes en moeders. Anderen zullen besloten hebben dat het geen zin heeft om aangevallen te worden ter verdediging van deze regering. Dit zijn nog steeds geïsoleerde gevallen, maar ze zijn niettemin zeer significant.

Op zondagavond de 6e riep Lenín Moreno op tot dialoog met “onze inheemse broeders”, waarbij hij een heel andere toon gebruikte dan toen hij op donderdagavond de 3e de noodtoestand uitriep. Toen sprak hij over het feit dat de maatregelen niet onderhandelbaar waren en dreigde hij naar de demonstranten dat “er consequenties zouden zijn” voor hun daden. “Geweld en chaos zullen niet winnen. Ik zal me niet terugtrekken omdat het juiste doen geen nuances kent,” zei hij. Nu, overweldigd door de gebeurtenissen, werd hij gedwongen een “oprechte dialoog” aan te bieden. Te laat. De slogan van de beweging aan het begin was “of het pakket valt, of de regering valt”. Nu is het een kwestie van de regering doen vallen teneinde het pakket te doen vallen.

Maandag de 7e begon met een regering die verlamd was en controle over de situatie verloor. Bij zonsopgang vervoerden gepantserde wagens troepen met rode baretten om het presidentiële paleis te beschermen. De leider van CONAIE, Jaime Vargas, reageerde op het aanbod van onderhandelingen door te zeggen dat ze de dialoog met de repressieve regering hadden afgesneden en dat ze op weg waren naar de hoofdstad. Colonnes van inheemse mensen door het hele land waren al naar Quito aan het marcheren; er waren gevechten en botsingen tussen demonstranten enerzijds en politie en leger anderzijds. Ze konden het volk in beweging niet tegenhouden.

De afgelopen dagen werd er in verscheidene steden geplunderd en tijdens de demonstraties van maandag de 7e werd er vandalisme gepleegd. CONAIE antwoordde dat dit het werk was van infiltrerende provocateurs en dat ze de inheemse garde zouden inzetten om de demonstraties te beschermen.

De colonnes van werkers en boeren in de hoofdstad braken alle obstakels in hun pad af en trokken op richting het Carondelet-paleis, dat gemilitariseerd was. Een groep demonstranten probeerde het parlementsgebouw over te nemen. Uiteindelijk werd de regering ertoe gedwongen de aangekondigde persconferentie op te schorten en journalisten uit het presidentieel paleis te evacueren. In een toespraak op de televisie kondigde Lenín Moreno, met naast zich de vice-president, de minister van defensie en generaals van het leger, aan dat hij het hoofdkwartier van de regering zou verplaatsen naar Guayaquil. De uitvoerende macht vluchtte uit angst voor het offensief van werkers, boeren en studenten en werd gedwongen de hoofdstad van het land te verlaten!

In zijn speech gebruikte Lenín Moreno de oude truc: hij probeerde het protest in diskrediet te brengen door te zeggen dat het een complot was van de Venezolaanse president Maduro en de voormalige Ecuadoriaanse president Correa. Dit was een tweevoudig belachelijke verklaring, omdat het overduidelijk het IMF en Moreno zelf waren die het anti-populaire pakket maatregelen ontwierpen, en omdat de organisaties die hoofdzakelijk betrokken zijn bij de mobilisatie, al lange tijd tegenstanders van Correa zijn. Moreno’s beschuldigingen zijn een laatste, wanhopige poging om de legitimiteit van het protest weg te nemen. In feite was het oktoberpakket slechts de vonk die een nationale opstand ontstak, waarvoor de brandstof zich al twee jaar aan het verzamelen was onder aanvallen en anti-arbeidersmaatregelen vanuit de Moreno-regering.

Bouw de beweging! Breng de regering ten val!

De beweging heeft belangrijke stappen voorwaarts genomen. Een groot deel van het land is verlamd door wegblokkades. De inheemse volkeren hebben de stap genomen van het afzetten van wegen tot het marcheren op Quito. De macht van de staat is ten dele uitgedaagd. De opstand heeft de regering ertoe gedwongen de hoofdstad te ontvluchten. Het parlement heeft zijn sessies opgeschort. De overwinning is echter nog niet behaald. De regering is nog steeds aan de macht; het pakket is niet teruggetrokken.

CONAIE heeft een volksvergadering (Asemblea Popular) uitgeroepen in Quito en voor 9 oktober heeft een coalitie van organisaties van werkers, boeren en studenten opgeroepen tot een algemene staking door het hele land.

Aan de andere kant zijn de oligarchie en het imperialisme zich aan het hergroeperen. De burgemeester van Guayaquil, Nebot, die in eerste instantie hypocriete kritiek uitte op de maatregelen van Moreno, riep op 8 oktober op “tot eenheid, om de democratie, vrede, vrijheid, steden, families en eigendom” te beschermen. Wat Nebot, een vertegenwoordiger van de ranzige Ecuadoriaanse oligarchie en leider van de pro-kapitalistische Christelijke Sociale Partij, graag wil beschermen – onder het mom van “democratie” en “vrede” – is vooral “eigendom”, dat wil zeggen, kapitalistisch eigendom. De VS zijn ook toegesneld om hun Ecuadoriaanse marionet te ondersteunen met een verklaring die “geweld als een vorm van protest” veroordeelt. De pers van de oligarchie liegt en manipuleert over het karakter van de beweging.

De beweging gaat voorwaarts en verzamelt kracht. Er zijn elementen van opstand aanwezig: gevangenneming van politie en militair personeel door de demonstranten, het afbreken van blokkades van leger en politie, het oprichten van een garde van boeren, de vlucht van de regering uit de hoofdstad, het oprichten van de volksvergadering, enzovoorts. Het is nodig om deze elementen te versterken en te verspreiden. Organisaties van werkers, boeren en studenten moeten een verenigd leiderschap voor deze strijd vormen. De volksvergadering moet uitgebreid worden, met verkozen en herroepbare afgevaardigden van fabrieken, gemeenschappen, universiteiten en hogescholen, zodat het een orgaan van strijd en macht wordt. De inheemse garde moet uitgebreid worden en er moeten zelfverdedigingsorganisaties van werkers en boeren worden opgericht om de mobilisaties te beschermen.

De alliantie van boeren en arbeiders in Ecuador heeft in het verleden tenminste twee regeringen die bezuinigingen uitvoerden, ten val gebracht: die van Bucarám in 1997 en die van Mahuad in 2000. Het potentieel om die uitkomst te herhalen is impliciet in de situatie aanwezig. Het is echter ook belangrijk om te leren van de lessen van die gebeurtenissen. In beide gevallen wierp de revolutionaire beweging van de massa’s de pro-kapitalistische regering omver, maar slaagde deze er niet in om de macht in eigen handen te nemen. Als gevolg kwam er een nieuwe pro-kapitalistische regering aan de macht en toen de massabeweging zich terugtrok, paste deze hetzelfde beleid toe tegen de werkende mensen.

De conclusie die getrokken moet worden is als volgt: het is nodig om de regering van Lenín Moreno ten val te brengen teneinde zijn maatregelenpakket te verwerpen. Dat is echter niet genoeg. Het pakket is niet het gevolg van “pure corruptie en incompetentie”, zoals Correa zegt. Het is het gevolg van de impact van de crisis van het kapitalisme in Ecuador, waarvan de economie het imperialisme dient en op de export gebaseerd is. De werkers en boeren moeten de macht in eigen handen nemen, zodat de middelen van het land gebruikt worden ten gunste van de meerderheid. Het is niet genoeg om de regering ten val te brengen; het is nodig de politieke macht te ontworstelen van de pro-imperialistische oligarchie en diens economische macht te onteigenen.

Join us

If you want more information about joining the RCI, fill in this form. We will get back to you as soon as possible.